Gelukkig is de zwaartekracht sterk genoeg om te zorgen dat wij niet van onze planeet af vliegen. Je kunt allerlei experimenten uitvoeren met de zwaartekracht en hieronder vind je er één waarmee je het reactievermogen van je proefpersoon test!
Dit heb je nodig:
- liniaal (30 centimeter)
- proefpersoon
Dit moet je doen:
Stap 1:
Houd de liniaal vast tussen duim en wijsvinger bij het streepje van de 30 centimeter. Laat de liniaal naar beneden bungelen, zodat hij recht hangt.
Stap 2:
Je proefpersoon moet de liniaal vastpakken tussen duim en wijsvinger bij het streepje van de 0 centimeter. Je proefpersoon moet dan loslaten, met de vingers nog vlakbij de liniaal.
Stap 3:
Je gaat de liniaal laten vallen en je proefpersoon vangt deze tussen duim en wijsvinger. Meet bij welke afstand je proefpersoon de liniaal vangt.
Zo werkt het:
Waarschijnlijk heeft je proefpersoon de liniaal gevangen tussen de 15 en 25 centimeter. Dat komt omdat het gemiddelde reactievermogen ongeveer 0,2 seconden is. Omdat de zwaartekracht in Nederland bekend is, weten we hoe snel voorwerpen vallen. Omdat een liniaal heel smal is, tellen we de luchtweerstand niet mee.
Probeer het maar eens vaker om te kijken of je proefpersoon sneller wordt. Probeer het ook eens met de andere hand! Maakt het verschil of je proefpersoon jong of oud is?
Hieronder staat een tabel waarin je leest hoe lang het duurt voordat een voorwerp een bepaalde afstand is gevallen.
Gevallen afstand Tijd
5 centimeter 0,10 seconden
10 centimeter 0,14 seconden
15 centimeter 0,18 seconden
20 centimeter 0,20 seconden
25 centimeter 0,23 seconden
30 centimeter 0,25 seconden
Extra uitleg:
Je ziet in de tabel hierboven dat de tijd om vijf centimeter te vallen steeds korter wordt. Dat komt omdat de zwaartekracht gemeten wordt als een valversnelling. De zwaartekracht trekt aan je met 9,81 meter per seconde per seconde. Dus na één seconde vallen, ga je 9,81 meter per seconde (m/s) of 35 kilometer per uur (km/u). Na twee seconden val je met 19,62 m/s of 70 km/u. Na drie seconden ga je ongeveer 100 km/u. Iemand die met zijn hoofd naar beneden uit een vliegtuig springt en zijn armen langs zijn lichaam houdt, kan na ongeveer vier seconden de maximale snelheid van 320 km/u gaan. Daarom kun je maar beter een parachute meenemen als je van plan bent te gaan springen, want daarmee rem je af tot ongeveer 20 km/u. Dat is je eindsnelheid. De eindsnelheid bereik je als de kracht waarmee je naar beneden gaat, net zo groot is geworden als de kracht waarmee je wordt tegengehouden door de lucht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten