maandag 26 november 2012

Goedkope speakerstandaard voor je telefoon!

Heb jij zo'n nieuwerwetse telefoon die ook muziek en filmpjes kan afspelen? Dan heb je vast wel gemerkt dat je niet altijd goed geluid hebt. Als je een filmpje aan iemand anders wil laten zien, moet je je telefoon ook de hele tijd vasthouden...

Je hoeft geen dure speakerset te kopen of een standaard voor je telefoon. Je kunt het zelf bouwen!

Dit heb je nodig:

  • je telefoon (kan ook met je mp3-speler, iPod, enz.)
  • een grote kom (mengkom, soepbord) of flinke papieren beker, bijvoorbeeld van een medium milkshake
  • een schaar
  • plakband
Dit moet je doen als je een kom gebruikt:
Selecteer je favoriete muziek of filmpje op je toestel. Leg je toestel met de speakerkant in de kom. Hoor je verschil met de muziek zonder kom?



Dit moet je doen als je een beker gebruikt:
Knip de onderkant van de beker eraf. Zorg dat je er niet teveel vanaf haalt. Druk de beker plat en houd je duim langs de afgeknipte rand. Knip nu van je duim (niet je duim eraf knippen!) naar het hoekje aan de andere kant. Je hebt nu een mooie schuine rand geknipt. Maak je apparaat met plakband vast aan de beker en zet je muziek aan. Je hebt nu een draagbare versterker-standaard gemaakt!



Zo werkt het:
Je hebt vast gemerkt dat het geluid harder klinkt als je het toestel in de kom legt, of de afgeknipte beker gebruikt. Dat komt doordat geluid als een golf beweegt. Een golf die tegen de lucht duwt. Door de kom wordt het geluid weer teruggekaatst naar de opening van de kom - naar jou dus! De beker werkt hetzelfde als een trompet of megafoon. Die toeter geeft de geluidsgolven meer kracht voordat ze er uit komen. 

maandag 12 november 2012

Eet jij scheten? Experiment: gas uit gist

Je hebt vast geleerd dat scheten vies zijn. Misschien weet je zelfs dat het gas van de scheten gemaakt wordt door bacteriën en gisten in je darmen. Bacteriën en gisten zijn ééncellige organismen die allerlei stofjes kunnen omzetten. Ze veranderen bijvoorbeeld zetmeel in suiker en daarbij maken ze ook gas. Soms is dat handig. Als je een brood gaat bakken, bijvoorbeeld. Je gaat natuurlijk geen scheten laten in het deeg, maar gistcellen doen dat wel. Gistcellen zijn groter dan bacteriën en worden gebruikt om brood luchtig te maken.

Op deze link lees je hoe je zelf een brood kunt bakken: HOE BAK IK EEN BROOD?

Er staat ook in het recept dat je gist moet toevoegen. Daar kun je een experimentje mee doen, om te zien hoe goed het werkt.

Dit heb je nodig:
  • warm water
  • een glas
  • twee theelepels gist (vers van de bakker)
  • twee theelepels suiker
Dit moet je doen:
Vul het glas voor de helft met warm water en roer de suiker en de gist goed door elkaar. De gistcellen kunnen dan goed bij de suiker-moleculen en zullen die gaan 'opeten'.


Dit gebeurt er:
De gistcellen eten de suiker op en er treedt een chemische reactie op. Daarbij wordt suiker veranderd in alcohol (ethanol) en CO2 (koolstofdioxide, koolzuurgas). Eerst lost het gas op in het water, maar als er teveel van is, vormt het belletjes. Die belletjes blijven vastzitten in de gluten (eiwitten van het graan) en vormen op die manier een soort schuim. Met één gram suiker kun je ongeveer een limonadeglas vullen met gas...

maandag 5 november 2012

Experiment: Bedrieg je zintuigen!

Vaak zeggen mensen dat ze iets pas geloven als ze het zelf zien. Maar dat betekent niet dat alles wat je ziet, echt is! Probeer maar eens naar het begin van een regenboog te lopen...
Met de volgende experimentjes laat je zien dat je behalve je ogen ook je gevoel, je oren, je neus en je mond niet altijd moet vertrouwen.

Experiment 1: je ogen
Dit heb je nodig:
- groot drinkglas
- water
- potlood

Dit moet je doen:
Vul het glas voor de helft met water en zet het potlood erin. Kijk van verschillende kanten naar het potlood. Ziet het er altijd hetzelfde uit?


Experiment 2: je gevoel
Dit heb je nodig:
- passer, punttang of twee scherpe potloden
- een proefpersoon
- een blinddoek
niet te hard prikken!
Dit moet je doen:
Stap 1: 
Doe de blinddoek om bij je proefpersoon en controleer of deze goed zit. Laat de proefpersoon zijn hand op tafel leggen, met de handpalm omhoog. Je gaat zachtjes in zijn vingers en hand prikken: soms met de punten dicht bij elkaar, soms wat verder uit elkaar en telkens op een andere plek. Vraag aan je proefpersoon of je prikt met twee of met één punt. Heeft je proefpersoon het altijd goed?
Stap 2:
Je proefpersoon mag de blinddoek afdoen, maar je gaat nu prikken in zijn of haar blote rug. Net als op de hand prik je telkens met twee punten, soms dicht bij elkaar, soms verder uit elkaar, maar telkens op een andere plek. Kan je proefpersoon het nog steeds even goed raden?

Experiment 3: je mond en neus
Dit heb je nodig:
- verschillende soorten limonade (zonder prik)
- appelsap
- melk
- water
- een proefpersoon
- een blinddoek


Dit moet je doen:
Doe de blinddoek om bij je proefpersoon en controleer of deze goed zit. Laat de proefpersoon zijn neus dichtknijpen zo lang het experiment duurt. Laat de proefpersoon proeven van alle drankjes en raden wat het is. Kan je proefpersoon alles raden?

Experiment 4: je oren
Dit heb je nodig:
- een proefpersoon
- een kookwekker

Dit moet je doen:
Je proefpersoon gaat de kookwekker zoeken met één vinger in zijn oor.
Laat de proefpersoon buiten de kamer wachten en zoek een goede verstopplek voor de kookwekker. Zet de kookwekker op drie minuten en zorg dat je proefpersoon hem niet meteen kan zien. Laat je proefpersoon één vinger in een oor steken voordat hij binnenkomt. Kan hij de kookwekker vinden voordat die af gaat?


De uitleg:
1: Licht gaat net iets langzamer door water en glas dan door lucht. Daardoor komt het er niet helemaal recht uit en lijkt het alsof het potlood gebroken is door het water en dikker door het bolle glas. Je kunt je ogen dus niet altijd vertrouwen!
2: Je voelt aanraking op je huid doordat zenuwen signalen aan je hersenen sturen. In je vingertoppen zitten meer zenuw-uiteinden bij elkaar dan in je handpalm en op je rug zitten ze soms wel vier centimeter uit elkaar! Daarom denkt je proefpersoon soms dat je maar met één punt prikt. Je kunt je gevoel dus niet altijd vertrouwen!
3: De smaakpapillen op je tong vertellen je hersenen alleen de smaken zoet, zuur, zout en bitter (wetenschappers hebben inmiddels ook papillen gevonden voor de smaken 'hartig' en 'metaal-achtig'!), de aroma's die een smaak compleet maken, komen vooral binnen door je neus. Als je die niet gebruikt, proef je dus veel minder. Je kunt zelfs je smaak niet vertrouwen!
4: Met twee oren hoor je in 'stereo' (van twee kanten). Je hersenen krijgen dan genoeg signalen binnen om te bepalen waar een geluid vandaan komt. Met één oor krijgen je hersenen te weinig informatie. Daarom kan een proefpersoon vlak bij een kookwekker staan en toch in de verkeerde richting zoeken. Je gelooft je oren niet!