woensdag 23 mei 2012

Suiker maakt je dom!

Wetenschappers in Amerika hebben ontdekt dat suiker je dom kan maken. Ze hebben een groep ratten op een dieet gezet met heel veel suiker en een andere groep ratten gaven ze normaal rattenvoer. Alle ratten hadden vantevoren een route door een doolhof geleerd. De groep die het meeste suiker kreeg, kon zich de route niet goed meer herinneren.

Volgens de wetenschappers betekent dit onderzoek dat veel suiker ervoor zorgt dat je minder goed leert en je kunt er geheugenverlies van krijgen! Als je genoeg omega-3 vetzuren binnenkrijgt (uit vis of noten, bijvoorbeeld), kun je het effect wel een beetje remmen.
een beetje mag wel, maar dit is te veel!

Nou, dat wordt dus pure chocolade met nootjes bij het leren voor een proefwerk, in plaats van die lollies...

woensdag 16 mei 2012

Experiment: Extraheer je eigen DNA!

In iedere levende cel bevindt zich DNA, het erfelijk materiaal. DNA staat voor desoxyribonucleic acid, maar dat mag je vergeten. DNA is een molecuul wat al in de 19e eeuw is ontdekt, maar pas in de 20e eeuw hebben wetenschappers uitgevonden hoe het er uit ziet en wat het precies doet. Eigenlijk staat er in een soort code in wat voor kleur ogen je hebt, hoe groot je handen worden en of je krullen of steil haar hebt. Dat zijn dingen die je van je ouders krijgt en daar kun je niets aan veranderen.

Je kunt thuis niet de code lezen die in je DNA staat, maar je kunt de moleculen wel zichtbaar maken.

Dit heb je nodig:

  • water
  • twee theelepels afwasmiddel
  • één theelepeltje keukenzout
  • een theelepel
  • (ontsmettings-) alcohol
  • kleine beker
  • groot (limonade-) glas
Dit moet je doen:
Stap 1:
Spoel je mond schoon met water. Je wil natuurlijk je eigen DNA zichtbaar maken, niet het DNA van het dier of de plant die je daarnet hebt gegeten...
Stap 2:
Spoel nog een keer met een klein slokje water. Daarmee spoel je cellen los van de binnenkant van je mond. Uit die cellen gaan we DNA halen. Spoel ongeveer een minuut of twee en spuug het water uit in de kleine beker.
Stap 3:
Doe één theelepeltje zout bij je uitgespuugde vloeistof en doe er ook twee theelepels afwasmiddel bij. Roer alles zachtjes door, zodat er geen schuim ontstaat.
Stap 4:
Giet alles over in het grote glas. Giet voorzichtig, langs de rand van het glas, de alcohol erbij tot het glas ongeveer halfvol is. Als je dit goed doet, ontstaat er een laag alcohol bovenop het water. Zet alles ongeveer een half uur lang op een veilige plek. Daarna zoek je in de alcohol-laag naar wittige sliertjes - dat is je DNA!

Dit gebeurt er:
Door goed te spoelen, maak je cellen los van de binnenkant van je wang. Daar zit hetzelfde DNA in als in je spieren, je hersenen en zelfs je oog! Dat komt omdat je in de buik van je moeder gegroeid bent uit één celletje. Dat celletje had hetzelfde DNA als alle cellen waar je nu uit bestaat. Om het DNA eruit te halen, moeten de cellen eerst kapot gemaakt worden. Daarvoor gebruik je afwasmiddel. Door de negatieve lading van je DNA-moleculen, wordt het aangetrokken tot de positief geladen ionen van het keukenzout. Je DNA valt uit elkaar in water, maar niet in alcohol. Daarom zie je de sliertjes van de uitgerolde moleculen in die laag. Als je wilt, kun je een beetje alcohol in een potje doen om je eigen DNA in te bewaren. Je moet het dan voorzichtig (met een lepel) uit het glas halen en voorzichtig in het potje doen.

maandag 14 mei 2012

Apencultuur

Mensen hebben cultuur. Dat wil zeggen dat wij dingen doen volgens een patroon dat bij ons volk past en dat wij kunst maken. Cultuur wordt ook wel gezien als tegengestelde van 'natuur'. Het kan dan alles betekenen dat niet door de natuur, maar door de mens gemaakt is.


Cultuurverschillen vind je bijvoorbeeld in de kunst. Nederlandse kunstenaars maakten in de 17e eeuw heel andere schilderijen dan Japanse kunstenaars, omdat ze een andere cultuur hadden. Tegenwoordig hebben we televisie en internet en komen alle culturen steeds dichter bij elkaar en worden we één volk.




Wetenschappers hebben zich lang afgevraagd of dieren ook cultuurverschillen kennen. Chimpansees gebruiken soms andere gereedschappen als ze ver uit elkaar wonen, maar dat is meestal omdat ze op de andere plek niet die éne stok kunnen vinden. Pas geleden hebben wetenschappers uitgevonden dat ook chimpansees die dicht bij elkaar wonen een verschillende cultuur kunnen hebben.
Sommige chimpansees gebruiken altijd een steen om noten te kraken. Dat werkt namelijk altijd. Die stenen worden dan ook bewaard. Chimpansees die vlakbij wonen, gebruiken later in het jaar ook stokken om de noten te kraken. Later in het jaar zijn de noten zachter en stokken vind je overal.

Nu wetenschappers hebben ontdekt dat apengroepen die vlak bij elkaar wonen, toch andere culturen kunnen hebben en ook bij elkaar op bezoek gaan, kunnen ze misschien meer leren over de mensenculturen en hoe die zijn ontstaan. Kijk maar eens op het schoolplein of je cultuurverschillen kunt ontdekken: wie staan er altijd bij de zandbak en wie zijn er tikkertje aan het spelen? Misschien zie je nog meer verschillen in de kleding, de kapsels of hoe ze praten. Eigenlijk net als bij apen dus...

woensdag 2 mei 2012

Experiment: Hoeveel muntjes passen er in een glas water?

Dit is een leuk experiment omdat je de uitkomst misschien niet verwacht. Je kunt verschillende soorten munten testen, of misschien zelfs andere voorwerpen!

Dit heb je nodig:
- een glas
- water
- munten (10 tot 20, afhankelijk van de grootte)

Dit moet je doen:
Stap 1:
Vul het glas helemaal met water. Vul het glas zover dat het water een beetje bol boven het glas uitkomt.

Stap 2:
Vorm een hypothese. Dat betekent dat je een wetenschappelijke gok doet naar de uitkomst: Hoeveel muntjes denk je dat er in het glas kunnen voordat het water overloopt? Eén? Vijf? Twintig? Schrijf maar op wat jij denkt.

Stap 3:
Doe één voor één de muntjes in het water door ze voorzichtig met de rand in het water te laten zakken en dan te laten vallen. Op deze manier wordt het water nauwelijks verstoord en lukt het het beste.

Dit gebeurt er:
Water heeft 'oppervlaktespanning'. Dat betekent dat de watermoleculen elkaar vasthouden aan het oppervlak, waardoor er een soort velletje ontstaat.

De oppervlaktespanning (het velletje) zorgt ervoor dat het water boven het glas kan uitkomen, zonder dat het overstroomt. Bijna alsof je heel langzaam een ballon opblaast. Een ballon gemaakt van water èn gevuld met water. Als je een muntje in het water laat zakken, houdt de oppervlaktespanning alles bij elkaar. Maar als je het muntje er te hard in laat vallen, plonst het water weg, omdat het 'velletje' breekt.

Hoe kan dat?
Watermoleculen willen graag aan elkaar blijven zitten, maar zitten ook graag aan andere dingen. De krachten waardoor dat gebeurt, noemen we adhesie en cohesie.
-Adhesie betekent dat het graag aan andere dingen blijft 'plakken'. Door adhesie kun je bijvoorbeeld 'watersturen', net als Avatar! Onder de douche kun je water over je arm laten stromen en met je vingers mikken waar het naartoe stroomt. De watermoleculen blijven zo lang mogelijk aan je arm plakken, totdat ze aan het uiteinde zijn, waar de druppels eraf glijden.
-Cohesie betekent dat watermoleculen graag aan elkaar blijven 'plakken'. Daardoor vormt water druppels en ontstaat er oppervlaktespanning. Door oppervlaktespanning kunnen sommige insecten over water 'lopen'!

Als het glas nog niet helemaal vol is met water, zie je de rand van het water tegen het glas omhoog kruipen. Dit zie je het beste in een smal glas. Dat komt door de adhesie van het water tegen het glas. Helemaal aan de bovenkant wil het water nog steeds aan het glas plakken, maar als het glas te vol is, wordt het bij elkaar gehouden door cohesie.